v. (nen),
1. titel en ben. van de gemalin van een koning;
2. titel en ben. van de regerende vorstin in een koninkrijk: Juliana, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden;
3. (oneig.) heerseres: de der feeën; de maan is de — van de nacht; hemelko ningin;
4. in figuurlijke toepassing op een persoon of een zaak die tussen andere personen of zaken de eerste plaats inneemt, of die vereerd of gevierd wordt: de — van het bal;
5. (in toepassing op dieren en planten) het eierleggende vrouwelijke insekt in een staat van bijen, wespen, mieren of termieten; van de nacht, grote cactus met prachtige, naar vanille riekende bloemen (Cereus grandiflorus);
6. (ook: dame), het op één na voornaamste stuk in het schaakspel.