Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koepeloven

betekenis & definitie

v./m. (s), (ook: cupoloven), schacht oven van vuurvaste steen opgebouwd en door een plaatstalen mantel omgeven, in de ijzergieterij uitsluitend gebruikt voor het omsmelten van ruwij zer tot gietijzer.

(e) De inwendige middellijn van de schacht van koepelovens varieert van 0,5—2,5 m, meestal echter van 12 m. De hoogte is ca. 6 m. Er wordt 620 t/h gietijzer gesmolten. De koepelovens worden in twee uitvoeringen gemaakt, nl. met of zonder voor haard. Hierin kunnen grote hoeveelheden vloeibaar ijzer verzameld worden maar een nadeel is dat in een onverwarmde voorhaard het vloeibare ijzer te veel afkoelt; daarom wordt de haard vaak met gas branders verwarmd. Door de windtoevoerkast wordt onverwarmde lucht onder een overdruk van ca. 0,005 N/mm2 (0,05 kgf/cm2) via blaasmonden in de oven geblazen, waardoor felle verbranding van de gietcokes plaatsvindt waarbij de temperatuur stijgt tot 1350—1400 °C.

Bij inblazen van voorver warmde lucht bereikt men nog hogere temperatu ren. In tegenstelling tot het hoogovenproces vindt in de koepeloven geen reductie of zuurstofonttrek king plaats, maar wordt door toeslagen gietijzer verkregen ten behoeve van gietstukken in de machi nebouw. De oveninhoud bestaat afwisselend uit la gen cokes, ruwijzer, eventueel afvalgietijzer, schrot en toeslag bestaande uit kalksteen. De toeslag bindt de aanwezige verontreinigingen in het ruwijzer tot slak die dan als een dunvloeibare laag op het metaal komt te drijven en door de slakaftapopening kan worden afgevoerd. Ondanks het afsteken van af gekoelde slak rond de blaasmonden zet er zich op den duur een rand van slakken af die naar het midden als een slakkenbrug aangroeit en de oven tenslotte verstopt. De koepeloven wordt daarom na iedere smeltperiode nagezien, gereinigd en opnieuw met vuurvaste klei bijgesmeerd. Brandstofgebruik: 0,1 kg cokes voor 1 kg gietijzer.