Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

koelen

betekenis & definitie

(koelde, heeft en is gekoeld),

I. (overg.) 1. (eig.) koel of koeler maken: met lucht gekoelde motoren; gloeiend ijzer —, in water dompelen; m.n. kunstmatig brengen op een temperatuur, aan zienlijk lager dan die van de omgeving, dikwijls be neden 0 °C, koud maken: met ijs gekoelde champag ne; gekoelde boter; 2. (fig.) zijn toorn, drift , die doen bedaren door ze te uiten, daaraan gevolg te geven; zijn woede op iemand —, zich op hem wre ken;

II. (onoverg.) koel of koeler worden: de oven laten —.