Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

knook

betekenis & definitie

m./v. (knoken), 1. been, bot, knok; in het mv. ook voor ledematen of lichaam in het algemeen: ik voel het in mijn knoken; evenzo voor: handen, knuisten; 2. (gew.) kwast (in hout).



Alsjeblieft!
Dit artikel kreeg je van Ensie cadeau. Wil je ook bijdragen aan toegankelijke kennis? Klik hier en word vriend van Ensie.