Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kleurendriehoek

betekenis & definitie

m. (-en), een driehoekige figuur waarbinnen iedere kleurnuance door een punt kan worden voorgesteld.

(e) De kleurendriehoek berust op de ervaring dat men door de drie geschikt gekozen lichtsoorten (grondkleuren) in bepaalde verhoudingen te mengen, elke willekeurige kleur kan verkrijgen. Voor deze drie lichtsoorten kan men b.v. nemen rood, groen en blauw met golflengten van resp. 700 nm, 546,1 nm en 435,8 nm. Veel gebruikt is de voorstellingswijze in de afb., waarin de kleurcoördinaten x en y langs twee onderling loodrechte assen zijn uitgezet. De grondkleuren rood A, groen B en blauw C zijn door een gestippelde driehoek ABC voorgesteld. Daaromheen de gebogen lijn, die door de punten van alle spectraalkleuren wordt gevormd, en de rechte van de purperkleuren. Het witpunt W heeft de coördinaten 0,333 en 0,333.

Een willekeurige lichtsoort met coördinaat (x, y), weergegeven door het punt K, wordt gekarakteriseerd door een lijn WK die de lijn van de spectrale kleuren ergens snijdt, b.v. in het punt groen 500 nm, dat de dominerende golflengte voor de kleur weergeeft. Voor een punt K' in het purpergebied moet men K'W aan de kant van W verlengen, om het snijpunt met de lijn van de spectrale kleuren te vinden. Men telt de golflengte van de kleur K' gelijk aan -500 nm.