Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

klavier

betekenis & definitie

[→Lat. clavis, sleutel, toets], o. (-en),

1. rij toetsen, toetsenbord op een muziekinstrument, bij uitbreiding ook van andere instrumenten: een orgel met drie klavieren; het — van een klokkenspel;
2. toets: alleen nog in de zegswijze: hij slaat geen klaviertje over, hij neemt alle bijzonderheden in acht; ook: hij doet aan alles mee;
3. →piano;
4. ben. voor de reeks pallen van sommige sloten;
5. (gemeenz.) hand: blijf er met je klavieren af. klavier'instrument, o. (-en), muziekinstrument met een of meer klavieren.