Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

keten

betekenis & definitie

v./m. (-s, -en), 1. ketting, thans alleen in verheven stijl, m.n. eig. en fig., in toepassing op boeien: in ketenen geklonken; (fig.) gouden ketenen, een vergulde slavernij; de ketens afschudden, zich bevrijden; de — van het huwelijk, de band;

2. sieraad, meestal om de hals gedragen, dat bestaat uit een reeks van ineengeschakelde ringen: een gouden —; de — van de burgemeester;
3. rij, aaneenschakeling van gelijksoortige voorwerpen, van gebeurtenissen enz.: een — van bergen; een — van rampspoeden; (scheikunde) samenhangende reeks atomen in een verbinding: koolstofketen;
4. (elektr.) de geleidende delen die een stroomkring vormen.