Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Katholieke Actie

betekenis & definitie

(KA), de officiële benaming voor het georganiseerde lekenapostolaat in de RoomsKatholieke Kerk. Mede onder invloed van de democratische beweging waren reeds in de tweede helft van de 19e eeuw in diverse landen (o.a.

België, Duitsland, Frankrijk) stromingen ontstaan om de leek meer te betrekken bij het werk van de Kerk. Paus Pius XI (1922-38) heeft die stromingen gekanaliseerd en geautoriseerd als ‘deelhebbing van de leek aan het hiërarchisch apostolaat’. Mede door de hoge graad van organisatie die het Ned. roomskatholicisme reeds kende, heeft de KA hier pas betrekkelijk laat ingang gevonden. Door de opheffing van de meeste organisaties tijdens de Tweede Wereldoorlog kreeg de KA de kans zich te ontwikkelen . In Nederland heeft de KA een belangrijke rol gespeeld in de kerkelijke ontwikkelingen tijdens de jaren vijftig. Men richtte zich daarbij niet zozeer op de rooms-katholieke organisaties als wel op bepaalde invloedrijke levenssectoren, milieus en beroepen (huwelijk en gezin, artsen, advocaten e.d.). Het landelijk centrum was eerst in Heemstede gevestigd, later in Amersfoort, waar ‘De Horstink’ als vormingscentrum fungeerde. Te midden van de talrijke vernieuwingen is de KA in de jaren zestig van het kerkelijk toneel in Nederland verdwenen.In België bestond al vóór paus Pius XI een vorm van KA, m.n. in Vlaanderen. Na de pauselijke aansporingen heeft zij zich voorspoedig ontwikkeld, in het bijzonder op het gebied van de jeugdorganisatie. In 1928 kwamen het overkoepelende Jeugdverbond voor Katholieke Actie (JVKA) en het Vrouwelijk Jeugdverbond voor Katholieke Actie VJVKA) tot stand. In 1935 ontstonden uit het JVKA en het VJVKA het Mannenverbond voor Katholieke Actie (MVKA) en het Vrouwenverbond voor Katholieke Actie VVKA). Na 1945 werd de activiteit van de jeugdverbonden geleidelijk opgeslorpt door de Katholieke Jeugdraad, terwijl de deelnemende organisaties (KSA, KLJ, Chiro, VVKS, VVKM, enz.) zelf nationale en internationale contacten legden. Katholieke Arbeidersjeugd (KAJ; kajotters), Belg. rooms-katholieke jeugdbeweging voor jonge arbeiders, opgericht in 1924 door de priester J.→Cardijn. De Katholieke Arbeidersjeugd kreeg een vrouwelijke tak (Vrouwelijke Katholieke Arbeidende Jeugd, VKAJ, 1925). Waalse tegenhangers waren de Jeunesse Ouvrière Chrétienne, joc en de Jeunesse Ouvrière Chrétienne Féminine, JOCF. Voor de jongeren (14—17 jaar) werd een afzonderlijke organisatie, de Jong-KAJ, opgericht, met eigen statuten en bestuur.

Vanuit België groeide de KAJ tot een wereldjeugdbeweging, met afdelingen in 94 landen en 4,5 mln. leden in 1975. In Nederland was de KAJ vertegenwoordigd onder de naam Katholieke Werkende Jeugd (KWJ). De werkwijze wisselt en evolueert van land tot land, maar het blijft de bedoeling de jonge arbeiders in katholieke geest bewustzijn van hun waarde bij te brengen. De organisaties worden dan ook door hen zelf geleid.

LITT. J.Cardijn, Bijdragen over de KAJ en haar methode (1963); J.Magnus, De KAJ in de parochie (1967); J.Verhoeven, J.Cardijn, prophéte de notre temps (1971).