Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kat

betekenis & definitie

v./m. (-ten), l.Felis domestica, viervoetig huisdier van de familie katachtigen met korte kaken en intrekbare klauwen en met dichte, zachte pels; zowel de naam voor beide geslachten als voor het wijfje (tegenover kater), poes (e); de mauwt, spint, blaast, krolt; een witte, een zwarte, een gevlekte (in het volksgeloof) als de zich wast, komt er gewis een gast; als de — met haar rug naar het vuur zit, gaat het regenen of sneeuwen; een zwarte — (zien) is een slecht voorteken; (zegsw. en spr.) geen hond of niemand, geen sterveling; (gew.) ik heb wel andere katten te geselen, andere zorgen, andere dingen te doen; ogen hebben, kunnen zien als een —, zeer scherp kunnen zien; zo vlug als een —; zo vals als een in hoge mate vals; (gew.) nu komt de op de koord, nu gaat het (spel) beginnen, nu komt de moeilijkheid, het gevaar; zo misselijk als een —, erg misselijk; zo nat als een —, kletsnat, druipnat; (gew.) het gaat katten spuwen, er komt onweer, het zal heel slecht weer worden; eruit zien als een verzopen —; de uit de boom kijken, een afwachtende houding aannemen ten aanzien van een bepaalde ontwikkeling; eromheen draaien als de — om de hete brij, er wel aan willen, maar niet durven; of men nu van/door de — of van/door de hond gebeten wordt, als men toch het slachtoffer moet worden, is het onverschillig hoe of waardoor; de — de bel aanbinden, de eerste stappen doen om een (gewaagd) plan ten uitvoer te brengen; de — in de kelder metselen, slechts oppervlakkig, niet radicaal genezen; de — zal met zijn lege maag niet weglopen, hij heeft stevig gegeten; zij leven als — en hond, zeer onenig; hij knijpt de — in het donker, hij is schijnheilig, doet kwaad als hij meent niet gezien te worden; met iemand leven als de — met de muis, naar tirannieke willekeur met hem handelen; dat is voor de —, een vogeltje voor de —, dat is verloren; hij stuurt de (zijn) -, hij komt niet; de — heeft het gedaan, zegswijze waarmee men de schuld van iets van zich afschuift; als mijn — een koe was, kocht ik geen melk meer, antwoord op onmogelijke of ongerijmde onderstellingen; als de — van huis is, dansen de muizen in het voorhuis, als er geen toezicht is, halen de kinderen, de ondergeschikten enz. hun hart op; als katten muizen, mauwen zij niet, gezegd wanneer anders druk pratende kinderen (of grote mensen) stil zitten te eten; het muist wat van katten komt, een mens verloochent zijn aard en afkomst niet; onze heeft jongen, ik heb reden om in een beste stemming te zijn: hij is zo wijs als Salomo’s —, scherts, gezegd als men iemand die zich voor wijs houdt, in de maling neemt; hij weet er zoveel van als de — van saffraan, hij weet er hoegenaamd niets van; maak dat de — wijs!, daar geloof ik niets van; om den wille van het smeer, likt de — de kandeleer, men vleit uit eigenbelang; de — bij het spek zetten, op het spek binden, iemand in de verleiding brengen; zich wetens schade doen; een — in het nauw maakt rare sprongen, als men in nood verkeert, doet men het ongelofelijke; hij stond te kijken als een — in een vreemd pakhuis, hij voelde zich er in het geheel niet thuis; een — in de zak kopen, iets kopen zonder het gezien te hebben, en vandaar: bedrogen uitkomen; in bakkie, een gemakkelijk werk; iemand een — geven, iets hatelijks over hem opmerken, katten.

2. (fig.) ben. voor een al te bijdehante, vinnige of snibbige vrouw, een snibbig meisje: zij is een echte —; valse —, iemand die zeer onbetrouwbaar is;
3. halsbont, van kattevel;
4. touw om het anker onder de kraanbalk te hijsen; klein anker, dreg, waarmee een groot anker wordt versterkt; een — op het anker zetten (vgl. anker en katanker); beting op de kade om een anker achter vast te zetten; (spr.) het anker achter de — werpen, uitscheiden met varen, omdat men zijn schaapjes op het droge heeft;
5. geheide aanlegpaal in het midden van een vaarwater;
6. gesel, bestaande uit dunne touwen, waarmee vroeger de matrozen gestraft werden, gewoonlijk — met negen staarten genoemd, naar het aantal touwen;
7. (vestingbouw), (ook: cavalier), grondophoping binnen een bastion of op een courtine van een vestingwal, bedoeld als verhoogde opstelling vanwaar, met beter uitzicht dan vanaf de wal, gevuurd kan worden met geschut of geweren;
8. (vroeger) belegeringswerktuig op rollen, een soort van galerij om onder dekking daarvan aarde en rijswerk aan te voeren om de grachten te dempen, ook wel met een ram of schietwerktuig erin, stormkat;
9. hijswerktuig;
10. prop, bevestigd aan een ketting, om rioolbuizen mee te reinigen of te ontstoppen.

(e) De huiskat komt in zeer veel variëteiten voor. De kleuren variëren van diepzwart tot sneeuwwit, waarbij een blauwe of bruine kleur als een verdunning van zwart moet worden gezien. Naast de één- of effenkleurige katten komen katten voor die een gevlekte, gestreepte of gemarmerde vacht hebben. Bij de gevlekte katten gebruikt men de termen schildpad voor in vlekken verdeeld rood met zwart, en lapjeskat voor schildpad met wit. Grijze of grijsbruine gestreepte katten noemt men ook wel cyperse katten. De gemarmerde tekening is een regelmatige vlekkenverdeling met een vlinderfiguur op de schouders.

De term tabby gebruikt men voor een donkere tekening op een lichtere ondergrond. De tekening bestaat uit kringen op schouders en flanken en strepen over de kop en langs de wervelkolom.

GODSDIENSTHISTORISCH. De kat speelt vooral een rol in het volksgeloof in uiteenlopende delen van de wereld (Afrika, Europa, Indonesië) sinds zij enkele eeuwen v.C. in Egypte tot huisdier werd gemaakt. Bij bepaalde gelegenheden wordt in Europa een kat weggeworpen of gedood om kwaad te verdrijven. In Indonesië dient zij bij regenceremonies. Elders respecteert men haar als aankondigster van toekomstige gebeurtenissen. Deze functies hebben waarschijnlijk te maken met de sluipende manier van voortbewegen en het scherpe gehoor en gezichtsvermogen van de kat. →heilige dieren.