Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kapitein

betekenis & definitie

[middeleeuws Lat. capitaneus, <caput, hoofd], m. (-s),

1. (vroeger) aanvoerder, bevelhebber in het algemeen;
2. (landen luchtmacht) hoogste rang binnen de groep van subalterne officieren (e);
3. bevelhebber op een groot oorlogsschip (e);
4. scheepsgezagvoerder in het algemeen: — op een koopvaardijschip, een mailboot; ook bij passagiersschepen voor de binnenvaart (e).

(e) MILITARIA. Een kapitein was iemand die de leiding van het een of ander had. Zo was in Frankrijk tijdens het Ancien Régime de ‘capitaine de la maison du roy’ belast met het handhaven van het jachtrecht op ’s konings goederen. In het leger was de kapitein aanvankelijk de algemene bevelhebber (vgl. het Sp. capitán en het Ned. kapitein-generaal). Later werd in Frankrijk de kapitein de bevelhebber van een compagnie kustwacht. Toen men meer rangen in het leger invoerde, werd kapitein de aanvoerder van een compagnie.

Bij landen luchtmacht is kapitein de hoogste rang van de subalterne officieren; in België is dat kapitein-commandant. De Ned. cavalerie kent als enige onderdeel van de Koninklijke Landmacht niet de rang van kapitein, de overeenkomstige rang is ritmeester.

Bij de marine werd de kapitein bevelhebber van een groot schip. Ook hier bracht de latere rangindeling veranderingen: kapitein ter zee staat in Nederland gelijk met kolonel.

In België komen de rangen van korvetkapitein, fregatkapitein en kapitein-ter-zee overeen met resp. die van majoor, luitenant-kolonel en kolonel bij de landen luchtmacht.

SCHEEPVAART. De kapitein ter koopvaardij vertegenwoordigt het hoogste gezag aan boord. Krachtens art. 341 van het Tweede Boek van het Ned. WvK, geldt dit gezag voor alle opvarenden, ongeacht hun positie of functie aan land. De rechtspositie van de kapitein is drieledig:

1. tenzij hijzelf tevens de reder (eigenaar) van het schip is (hetgeen in de kustvaart nogal eens voorkomt), vertegenwoordigt de kapitein de reder; hij is dan in de zin van de wet werknemer;
2. de kapitein is verantwoordelijk tegenover de Scheepvaart Inspectie en de Raad voor de Scheepvaart in geval van een scheepsramp;
3. de kapitein is administratiefrechtelijk ingeschakeld als ambtenaar bij de burgerlijke stand bij geboorte en overlijden aan boord, als notaris voor wie een testament van een der opvarenden kan worden verleden en hij kan worden ingeschakeld voor het innen van belasting, voor de openbare gezondheidszorg, sociale voorzorg en postvervoer. Overigens kan de positie van de kapitein niet worden geregeld, vastgelegd of gewijzigd bij arbeidsovereenkomst. Hij heeft krachtens de wet op zijn schip bevoegdheden en verplichtingen, welke de reder hem niet zou kunnen verlenen of ontnemen. Een en ander is o.m. geregeld in het WvK (artt. 341, 417 en 422), WStr. (art. 400), BW (art. 944), de Schepenwet en de Wet op de Zeevaartdiploma’s.

In België beantwoorden hoedanigheid en verantwoordelijkheid van de kapitein ter koopvaardij nagenoeg aan die van het Ned. recht. De bevoegdheden, rechten en plichten van de kapitein worden uitvoerig bepaald door de artt. 58-74 en 111 van Titel 11, Hoofdstuk 11 van het WvK. →cognossement.