Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kamp

betekenis & definitie

[→Lat. campus, veld], o. (-en),

1. legerplaats

voor soldaten, zowel de plaats als de verzameling tenten of barakken enz. (e): een — betrekken; het —van Zeist; ook de soldaten, het leger in zo’n kamp: de oefeningen van het — bijwonen;

2. (fig.) de aanhangers van een partij of een stelsel als een legerkamp gedacht: er ontstond onenigheid in het liberale —, bij de liberalen;
3. (bij uitbreiding) legering in tenten of barakken enz., verblijfplaats in het open veld van andere personen dan soldaten, b.v. van reizigers, trekkers, kermisklanten, te werk gestelde arbeiders of van gevangenen (in de laatste toepassing m.n. als verkorting van straf-of concentratiekamp); ook het verblijf aldaar.

(e) Vroeger werden kampen vaak versterkt (bij beleg van steden; in de Boerenoorlog, 1899-1902) en vormden dan de basis voor een aanval.