Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

kaduuk (caduc)

betekenis & definitie

[→Fr.], bn. en bw.,

1. bouwvallig (van gebouwen); in slechte toestand, versleten: door het vele gebruik is dat boek —;
2. (van personen) zwak, afgeleefd, afgewerkt, op: door overmatig werken is hij
3. (rechtspraak) gebrekkig, ongeldig.

< >