(Arab.: Es-sheri’a el Kebire), rivier in Klein-Azië, ontspringt op de westhelling van de Djebel es-Sjech (Hermon) op 520 m, stroomt in zuidelijke richting door de moerassen van el-Hoeleh (2 m), vervolgens met stroomversnellingen naar het Meer van Tiberias (of Genesareth, -208 m), en dan door de slenk van El Ghor. De Jordaan heeft hierin terrassen gevormd, waardoor de vruchtbare alluviale bodem niet van het water kan profiteren.
De Jordaan mondt uit in de Dode Zee (-394 m). Het Jordaandal is onderdeel van het slenkencomplex van Syrië tot Mozambique. De Jordaan vormt Israëls grens met Syrië en met Jordanië. Het verval wordt door een stuwdam bij de samenvloeiing met de Jarmoek benut, waardoor de Jordaan veel regelmatiger stroomt. Het water van de Jordaan wordt vanuit het Meer van Tiberias af getapt voor irrigatiedoeleinden in de Negeb. De Jordaan heeft het gebied van Israël vroeger verdeeld. Het dal was in de 16e eeuw v.C. dicht bevolkt (Gen.13:10).
