Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

jij

betekenis & definitie

pers. vn. 2e pers. enk., de nadrukkelijke vorm van je: wat kom — doen?; — hier?; ook als vocatief: zeg, — daar; voor scheldwoord minder gewoon dan jou, meest gebruikt als er eerst een bn. volgt: — lelijke afzetter!; versterkt met zelf: jijzelf hebt het me gezegd.