[Lat., tussenkoning], m., Romeins magistraat.
(e) De interrex werd door de patriciërs in de Senaat uit hun midden gekozen na het overlijden van een koning of ingeval beide consuls door de dood of abdicatie als dragers van het →imperium wegvielen. Na telkens vijf dagen moest de interrex een opvolger kiezen, totdat door één van dezen een nieuwe koning of nieuwe consuls gekozen waren.