(IFC), dochterinstelling van de →International Bank for Reconstruction and Development (IBRD), opgericht in 1956. De IFC heeft een eigen kapitaal, dat los staat van de IBRD.
De IFC vult de activiteiten van de IBRD aan door de bevordering van de ontwikkeling van particuliere ondernemingen in ontwikkelingslanden, ook bij projecten waarin de nationale overheid deelneemt. Zij kan leningen verstrekken (op gelijke voorwaarden als in de particuliere kredietverlenende sector) zonder dat deze gedekt zijn door overheidsgaranties. Aanvankelijk beperkte de IFC haar activiteiten hiertoe, later is zij begonnen met rechtstreekse deelnemingen. Bij voldoende belangstelling uit het bedrijfsleven worden die weer verkocht; inmiddels is 50 % van de deelnemingen afkomstig uit de landen zelf. De meeste op deze wijze tot stand gekomen investeringen vinden plaats in basisindustrieën (ijzer en staal, papier en pulp, cement). De omvang daarvan beloopt 10 % van de daar bestaande produktiecapaciteit.
De helft van de activiteiten heeft betrekking op het stichten van nieuwe ondernemingen. De belangrijkste begunstigde landen zijn Mexico, Brazilië, Turkije en Joegoslavië.De IFe is gestart met een kapitaal van $78 mln., afkomstig van 31 leden, waarvan 20 ontwikkelingslanden. Per 30.6.1976 was de stand van het eigen kapitaal plus reserves $186 mln., zijn er 105 leden en heeft men $500 mln. van de IBRD geleend. Hoewel in principe verdere middelen verkregen kunnen worden door emissies op de kapitaalmarkt, is dat niet gebeurd, gezien het volgens het statuut van de I FC beperkte rendement. De uitstaande leningen en deelnemingen bedroegen $492 mln. Er is een voorstel om voor de periode 1978-82 het eigen kapitaal met $480 mln. te verhogen.
