dochterinstelling van de →International Bank for Reconstruction and Development, IBRD, opgericht in 1960. Haar doelstellingen zijn dezelfde als die van de IBRD, maar haar kredietvoorwaarden zijn soepeler, zowel wat betreft het renteniveau (dat dikwijls nihil is) als de aflossingsregeling; door de IBRD in 1976 doorgevoerde strakkere kredietvoorwaarden zijn door de IDA niet overgenomen.
Een initiatief als de IDA was noodzakelijk vanwege de druk van renteen aflossingsverplichtingen op de economieën van de ontwikkelingslanden, hetgeen verdere economische vooruitgang belemmert. De administratie van de IDA wordt samen met die van de IBRD gevoerd; de middelen zijn volkomen gescheiden. Regelmatig wordt een deel van de winst van de IBRD overgeboekt naar de IDA, om het kapitaal van de laatste te verhogen.Bij de oprichting werd een aanvangskapitaal van $ 1 mrd. vastgesteld, waarvan 763 mln. door de ontwikkelde landen en 237 mln. (10 % in convertibele valuta) door de ontwikkelingslanden werden ingébracht. Toestand per 30.6.1976: 116 leden; omvang van de deelneming der lidstaten $8,5 mrd., waarvan 96 % uit ontwikkelde landen en 4 % uit ontwikkelingslanden. De IBRD heeft van haar winst geleidelijk $1 mrd. overgemaakt. De toegekende ontwikkelingskredieten bedroegen in 1977 $ 10,2 mrd. De geografische verdeling is als volgt: 74 % naar Azië (dat in 1976 zelfs 92 % van het jaarbedrag ontving), 14 % naar Afrika ten zuiden van de Sahara, 9,5 % naar het Midden-Oosten en NoordAfrika en 2,5 % voor Latijns-Amerika en het Caribisch Gebied. De IDA richt haar activiteiten op de armste landen met een inkomen per hoofd van de bevolking < $ 200.
In deze 40 landen woont 80 % van de hulpbehoevende bevolking. Eerst lag de bestemming van de kredieten bij de verbetering van de infrastructuur, later kwamen er meer investeringen die direct welvaartsverhogend werken: landbouw, stedelijke ontwikkeling en ontwikkeling van de mens. Op het platteland komen daar nog bij: waterbeheersing, goedkope huisvesting en produktiviteitsbevordering in de kleine industrie. In 1975 is een nieuwe activiteit gestart, het Third Window programma, gericht op verstrekking van leningen met voorwaarden liggend tussen de normale voorwaarden van de IDA en die van de IBRD. Het programma is gericht op landen met een inkomen per hoofd van minder dan $375. In het land moet al een redelijke ontwikkelingsinspanning zijn en men moet in staat zijn terug te betalen en wel vanaf het 8e—25e jaar.
De lagere rente wordt bereikt via een rentesubsidie, vrijwillig bijeengebracht door een aantal ontwikkelde landen en een aantal OPEClanden. De stand van de kredietverlening per 30.6.1976 in het kader van dit programma was $478 mln.