Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

inslag

betekenis & definitie

m. (-en),

1. (weverij) inweefsel, de dwarse draden die door de schering worden geslagen: serge wordt ook gemaakt met — van katoenen garen; vaak fig. bij wat met een weefsel wordt vergeleken: zorgen zijn de schering en verdriet de — van ons leven; moraal is schering en — in zijn preken, is een telkens terugkerend thema; liegen is bij hem schering en -, dat doet hij voortdurend;
2. (kleermakerij) ingeslagen gedeelte: die — kun je wel wat breder nemen, anders is de mouw te lang;
3. het inslaan van waren, het opdoen van voorraad: inen uitslag van goederen; m.n. invoer en opslag van accijnsgoederen; ook opberging, plaatsing: de — van de goederen in de magazijnen;
4. (gew.) het eten en drinken: de — is er goed.