Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

informatica

betekenis & definitie

[→informatie en mathematica], v./m., de gemeenschappelijke naam waaronder de wetenschappelijke en toepassingsgerichte aspecten van het gebruik van de computer sinds ca. 1965 bekend zijn.

(e) De benaming informatica vond vooral ingang nadat de Académie Française in 1968 een officiële definitie van linformatique opstelde, waarin zij de →-informatieverwerking, m.n. met automatische machines (d.w.z. computers), op alle gebieden van wetenschap en maatschappij centraal stelde. Onder informatica moet daarom meer verstaan worden dan computerkunde alleen, en wel:

1. de theorie van de berekenbaarheid en mathematische machines, een toepassing van de mathematische logica met uitvloeisels ten aanzien van het oplossen van problemen, het construeren van computers en andere apparatuur op het gebied van de digitale techniek, het onderzoek naar de aard van het menselijk denken en andere problemen waarbij in discrete symbolen vast te leggen gegevens een rol spelen;
2. de studie van algoritmen voor het oplossen van problemen van numerieke aard en van niet-numerieke problemen, zoals het doorzoeken en sorteren van een →bestand;
3. de methodieken voor het ordenen en opslaan van gegevens (datastructurering) ;
4. de leer van het programmeren en van de programmeertalen, zowel de theoretische basis daarvan (theorie van de kunsttalen, mathematische linguïstiek) als de meer praktische aspecten van het ontwerpen en construeren van →programmatuur (m.n. →bedrijfssystemen en vertaalprogrammas, →compileren);
5. het samenstellen van computersystemen uit elementen voor invoer, uitvoer, opslag en verwerking van informatie (computerarchitectuur);
6. de methoden van →informatieverwerking, b.v. coderingsmethoden, beslissingstabellen, systeemanalyse, beheer van een rekencentrum;
7. het oplossen van problemen waarvoor de traditionele wiskundige en operationele analysemethoden niet toereikend zijn en men gebruik moet maken van benaderingen, zoals →heuristische programmering, →simulatietechnieken, het herkennen van patronen;
8. de studie van de processen die een rol spelen bij gegevensoverdracht in zenuwstelsels en bij het menselijk denken en leren (kunstmatige intelligentie).

Vanwege de vergaande overlap met andere wetenschappelijk en maatschappelijk belangrijke activiteiten, die alle gebruik maken van computers voor het verwerken van hun gegevens, is een strikte afbakening van de informatica niet mogelijk. Voor de meesten is het daarom een hulpwetenschap met een sterk toegepaste inslag.

In vele landen wordt op diverse niveaus onderwijs in de informatica gegeven. In Nederland bestaat dat onder de naam H I O (Hoger Informatica Onderwijs) en B i o (Bedrijfsinformatica Onderwijs) aan het HBO, terwijl verscheidene Ned. en Belg. universiteiten en hogescholen beperkte en meer omvattende programmas bieden (die veelal bij de toegepaste wiskunde of de bedrijfseconomie aansluiten). LITT. J.K.Rice en J.R.Rice, Introduction to computer Science (1969); D.Overkleeft en H.K.M. Lindemann, Basiskennis informatica (1974).