Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

incontinentie (inkontinentie)

betekenis & definitie

[→Lat. incontinentia, onbeheerstheid], v., het onvermogen zich in te houden, m.n. urine of ontlasting op te houden.

(e) Incontinentie kan ontstaan door verslapping of verlamming van de sluitspieren van blaas (→blaasverlamming) of anus, zoals voorkomt bij ziekten van het ruggemerg (→dwarslesie). De zgn.paradoxe incontinentie is het druppelsgewijs afvloeien van urine wanneer de maximaal gevulde blaas zich niet normaal kan ontledigen (bij de man b.v. door →prostaathypertrofie). Een bijzondere vorm van incontinentie is het bedwateren. Urine-incontinentie is betrekkelijk gemakkelijk onder controle te houden: men kan vooral bij mannen een blijvende katheter inbrengen. Incontinentia alvi (d.i. van faeces) is moeilijker te bestrijden en is haast altijd van het paradoxe type. Operatief ingrijpen helpt slechts in bepaalde gevallen. Incontinentie zonder aanwijsbare oorzaak treedt vaak op bij dementie.