v., theorie waarmee uit de axiale impulsverandering die de lucht na het passeren van de schroef verkrijgt, de trekkracht van een luchtschroef kan worden verklaard.
(e) De impulstheorie (van Rankine en Froude) (afb.) is door Froude, in samenwerking met Betz, later uitgebreid door daarbij ook rekening te houden met de rotatie in de →slipstroom. Bladvorm, aantal bladen en de eigenschappen van de profielen (→bladelementtheorie) spelen in deze theorie geen enkele rol. Ze is dan ook niet bruikbaar voor het ontwerpen van een luchtschroef die bepaalde, vooraf verlangde prestaties moet leveren.