m. (-s, -en), (elektronika) apparaat of schakeling, dat resp. die korte elektrische stroomof spanningsstoten opwekt.
(e) Sommige impulsgeneratoren wekken een enkele puls van een bepaalde of instelbare tijdsduur op, andere een of meer pulsen per tijdseenheid (afb.1). De impulsen dienen meestal om andere schakelingen te sturen. Bij elektronische besturingen en in de computertechniek worden deze generators veel toegepast. Bij televiziezenders worden impulsen aan het uit te zenden signaal toegevoegd, voor de synchronisatie van het aantal beeldlijnen en het aantal beelden per seconde. Ook in de televisieontvanger zijn impulsgeneratoren ingebouwd, die door de impulsen van de zender gesynchroniseerd worden.
De pulsvorm (afb.2) kan zeer verschillend zijn.
Voor computerdoeleinden is dikwijls de voorof achterflank belangrijk, voor meetdoeleinden de hoogte (amplitude) van de puls.