Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

immers

betekenis & definitie

voegw., bw.,

1. ter aanduiding dat men het gezegde als juist of erkend beschouwt, toch: hij komt — morgen ?; dat is — niet waar?;
2. ter verbinding van twee zinnen waarvan de tweede de bekende grond of de oorzaak inhoudt van hetgeen in de eerste beweerd wordt; namelijk, want: terecht stellen vele ouders prijs op goed onderwijs voor hun kinderen, — door het onderwijs wordt het verstand ontwikkeld en de geest verrijkt;
3. althans, tenminste, in elk geval: dat is geheel verkeerd, niet aan te raden;in procureursstijl voor subsidiair: hij concludeerde tot nietontvankelijkverklaring, ontzegging.