v. (-en),
1. het nogmaals doen: de politie heeft maatregelen genomen om — van de ongeregeldheden te voorkomen; (spraakkunst) werkwoorden van -, die het telkens opnieuw verrichten of plaatshebben van een handeling betekenen, iteratieven, frequentatieven; bij —, meer dan eens: dit is u bij — gezegd; (recht) — van misdrijf, recidive; (gew.) repetitie;
2. het nogmaals-zeggen of behandelen, hervatting van iets dat men reeds vroeger gezegd of behandeld heeft, abstr. en concr.: na — van zijn bedreiging ging hij heen; (onderwijs) oefening waarin het geleerde nog eens behandeld wordt: de schrijver vervalt dikwijls in herhalingen, zegt telkens hetzelfde.