I. zn. v., geheel van beginselen die een staat op het gebied van de (internationale) handel (ook van de deviezen) volgt, b.v. de vrije handel of het beschermend stelsel (e);
II. bn., betreffende de politiek op handelsgebied: een — doel.
(e) De doelstellingen van de handelspolitiek zijn:
1. het streven naar of handhaven van betalingsbalansevenwicht;
2. verbetering van de →werkgelegenheid (→protectie);
3. het bereiken van een optimale behoeftenbevrediging. De middelen van handelspolitiek kunnen worden onderscheiden in: a. die welke direct de inen uitvoer beïnvloeden, zoals kwantitatieve restricties, produktiequota en de vormen van →staatshandel (→handelsovereenkomst); b. die maatregelen die rechtstreeks de prijzen der nationale en/of internationale goederen beïnvloeden en daardoor indirect de internationale handel. Hieronder vallen tarieven en subsidies op inen uitvoer alsook subsidies of belastingen op deproduktie of consumptie van bepaalde goederen; c. met de warenen veiligheidswetgeving kan men eveneens zeer goed handelspolitieke doeleinden nastreven. Hoewel dat doel veelal niet primair is kan b.v. versnelde invoering van nieuwe voorschriften handelspolitiek zeer bevorderlijk zijn.
LITT. F.de Roos, Theorie van de internationale econ. betrekkingen (1971).
