Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

hamer

betekenis & definitie

m. (-s),

1. werktuig, bestaande uit een kop en een steel, om te slaan, kloppen, smeden enz. (e); een rubber —, waarbij de kop van rubber is; spijkers inslaan met de een houten (zegsw.) tussen — en aanbeeld zijn, zich in grote verlegenheid bevinden; het geld met hamers breken, in stukken slaan, zeer veel geld uitgeven, erg verkwistend zijn; de man met de —, verzinnebeelding van het noodlot dat coureurs vervolgt;
2. soortgelijk voorwerp als teken en middel van gezag: iets onder de — brengen, het in veiling brengen, waarbij het door de hamer van de verkoper wordt af geslagen: zijn goed komt onder de —, zal als delging van schuld publiek verkocht worden; in vergaderingen: de van de voorzitter, het middel waarmee woorden bekrachtigd worden: de — valt, de discussie is gesloten;
3. wat op een hamer lijkt: hamervormig werktuig in metaalpletterijen; stamper in een papiermolen; kloppertje in een utirwerk of klokkenspel waardoor een klok wordt aangeslagen; een van de drie gehoorbeentjes (malleus) in het middenoor (→gehoororgaan); in een klavier: ben. van de houten met vilt beklede onderdelen, die, door de toetsen in beweging gebracht, tegen de snaren kloppen.

(e) De hamer draagt zijn kinetische energie door middel van botsing over op het te bewerken voorwerp . De uit de hand bewogen hamer heeft een kop, gewoonlijk bestaande uit huis (het middendeel), baan en pen. De hamer is van metaal (b.v. staal, koper), hout, rubber of kunststof, afhankelijk van het doel, waarvoor hij moet dienen of van het te bewerken materiaal. De steel is meestal van hout (veelal essen of hickory) en gaat in de regel door het zwaartepunt van de hamer.

Hamers voor het smeden zijn: de handof bankhamers (met één hand te hanteren); de voorhamer (2—5 kg of meer, lange steel, met beide handen bij het voorslaan gebruikt); de kruisslaghamer (de pen loopt evenwijdig met de steel; als bij het voorslaan twee personen nodig zijn, beweegt de tweede man de kruisslaghamer in een vlak loodrecht op dat van de ander: de pennen treffen dan steeds het werkstuk evenwijdig aan elkaar); de moker of vuist (een zware handhamer met vlakke banen, 1-5 kg). De vlakhamer, zethamer, volderhamer en bolhamer worden door de smid op het smeedstuk geplaatst en daarna met de voorhamer geslagen. Bij het hameren ontstaan drukkegels die het omringende metaal willen wegdrukken. In de lengteas gehamerde werkstukken worden korter terwijl de middellijn toeneemt; het werkstuk wordt daardoor tonvormig. Is de toename ongewenst of teveel, dan dient men het werkstuk 90° te draaien en de bewerking te herhalen. Een hamer met kleine baanoppervlakte geeft een hoge vlaktedruk. Met een smalle hamer en lichte slagen wordt het uiteinde van een metalen staaf hol, daarentegen met een brede hamer en zware slagen bol.

De hamer kan ook mechanisch worden bewogen; bij klinkhamers pneumatisch, bij b.v. smeedhamers door middel van drijfwerk, stoom, lucht of elektromotor. Valhamers worden door drijfwerk bewogen en zijn door hun slagwerking geschikt voor matrijssmeedwerk. Het voorwerp ontvangt in roodwarme toestand de vormende slag in de matrijs. Moderne valhamers hebben soms een massa van 1000 kg met een lange geleiding in het frame. Bij de veerhamer wordt de hamer door een veer boven het aambeeld bewogen. Bij luchtdrukhamers of pneumatische hamers is de hamer aan een zuiger bevestigd, die zich beweegt in een cilinder, waarin een tweede zuiger op en neer gaat door middel van een kruk van het drijfwerk.

Door de open neergaande beweging wordt de lucht afwisselend verdund en samengeperst, de zuiger omhoog gezogen of naar beneden geperst. De regeling van de slagen geschiedt door verandering van de tussen de zuigers aanwezige hoeveelheid lucht. Stoomhamers hebben een hamer die door een stang met de zuiger verbonden is. Deze kan door stoom worden opgeheven en dan öf vrijvallen of eveneens door stoom naar beneden worden gedrukt. In het laatste geval kan bij een zelfde werking het gewicht kleiner en het aantal slagen groter zijn. De besturing is zodanig, dat men zowel lichte als zware slagen en automatisch achtereenvolgens diverse slagen van vooraf vastgestelde gelijke sterkte kan geven. De slagfrequentie is eveneens instelbaar.