Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

haard

betekenis & definitie

m. (-en),

1. de vloer in of van de stookplaats, waarop het vuur brandt: er lag nog as op de —; bij uitbreiding de gehele ruimte onder een schouw waar gestookt wordt of kan worden; bij verdere uitbreiding de plaats waar, hoe dan ook, gestookt wordt, mèt het vuur: gezellig om de — zitten; aan de huiselijke —;
2. (fig.) de zetel van het familieleven en vandaar: huis, woning (e); (zegsw.) eigen — is goud waard, eigen woning, eigen gezin is zeer veel waard (vroeger werd hiervoor gezegd: eigen rook of eigen vuur); voor altaar en
3. (in moderne zin) in de schoorsteen sluitende of ingebouwde kachel (e);
4. (industrie) verwarmingstoestel voor het smelten van ertsen, ijzer, glas, voor de verwarming van papierstof enz.; (bij vulkanen) onderaardse ruimte, waar sterke verhitting plaatsvindt;
5. (ingeburgerd germ.) punt vanwaar een verschijnsel uitgaat, middelpunt, brandpunt: een — van besmetting; de — van de opstand; (geologie) het hypocentrum van een aardbeving; een lichaam van vloeibaar of vast (afgekoeld) magma, dat de bron is of was van vulkanisme.

(e) Een haard is een toestel of inrichting voor de verwarming van één vertrek. Gashaard, kolenhaard en oliehaard zijn praktisch synoniem met kachel. Het Jaap ter Haar. Paginas uit: Saskia en woord haard wordt in dit verband gebruikt voor Jeroen uit logeren, met tekening van R. toestellen die geavanceerder of luxueuzer zijn dan de traditionele kachel.

Een open haard dient eveneens voor de verwarming van een ruimte, is veelal van steen of gietijzer gemaakt en wordt gewoonlijk met houtblokken gestookt. In de moderne woning wordt de open haard meer voor verhoging van de sfeer gebruikt dan voor verwarming.

In de godsdienstgeschiedenis is de haard, naast het graf en de tempel, een belangrijke →heilige plaats, m.n. in Indo-europese en Mongoolse culturen. Hij is immers het centrum van de familie, die vaak als religieuze gemeenschap beschouwd wordt; bovendien brandt er het →vuur, waarmee al evenzeer godsdienstige voorstellingen verbonden zijn. Zo bidt men tot de haard om gezondheid en kinderzegen. Vooral bij geboorte en huwelijk speelt hij een belangrijke rol. In Griekenland werd b.v. een pasgeboren kind rond de haard gedragen. Dikwijls wordt ook de bruid rond de haard geleid (→haal). In Rome vereerde men Vesta als godin van de haard.

LITT. J.Wellhausen, Reste arabischen Heidentums (2e dr. 1897); A.Brelich, Vesta (1949).