Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Graveland, ’s-

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. NoordHolland, 29,42 km2 (diluviaal zand, laagveen en plassen), 8480 inw., 31,5 % r.k., 30 % n.h., 7,5 % geref., 7,5 % overige en 23,5 % g. kerkg.

Voornaamste middelen van bestaan: fabrieksen kantoorarbeid in het Gooi en elders, groententeelt en veehouderij. Er zijn vele kleine wasserijen. Opvallend zijn de vele buitenplaatsen uit de 17e eeuw, als Swanenburg, Gooilust, Hilverbeek, Trompenburg, Spanderswoud, en kleinere uit de 19e eeuw. Zij liggen in hoogopgaand loofhout (beschermd gebied). ’s-Graveland heeft een fraai kerkje (1657-58, gebouwd door Stalpert). De gemeente omvat de dorpen Ankeveen en Kortenhoef (toren ned.-hervormde kerk uit de 15e eeuw). De Kortenhoefse Plas en de Wijde Blik zijn beschermd gebied.