Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gewetensbezwaar

betekenis & definitie

o. (-bezwaren), op zedelijke overwegingen gegrond bezwaar, gemoedsbezwaar.

(e) Gewetensbezwaren tegen nakoming van een wettelijke verplichting worden in Nederland in enkele gevallen door de wetgever geregeld. Omstreden bleef de vraag of gewetensbezwaren tegen nakoming van een wettelijke norm, waaromtrent de wet niet voorzien heeft, de bezwaarde overtreder al dan niet straffeloos kunnen maken. Sommige juristen menen dat gewetensbezwaren een strafuitsluitingsgrond in de zin van ➝overmacht kunnen opleveren.

Ten aanzien van gewetensbezwaren tegen militaire dienst kent de Ned. GW sedert 1922 een art. 196, waarin het recht op vrijstelling van militaire dienst wegens ernstige gewetensbezwaren wordt erkend. De huidige Wet Gewetensbezwaren Militaire Dienst verstaat onder ernstige gewetensbezwaren ‘de onoverkomelijke gewetensbezwaren tegen de vervulling van militaire dienst van hem, wiens zedelijke overtuiging hem deelneming aan elk oorlogsgeweld verbiedt’. De bezwaren kunnen zich richten tegen het verrichten van elke militaire dienst, maar ook alleen tegen het verrichten van gewapende militaire dienst (de zgn. wapenweigeraars).

De minister van Defensie beslist of er gewetensbezwaren in de zin der wet aanwezig zijn, na advies van een onafhankelijke commissie. Bij niet-erkenning heeft de betrokkene een beperkt administratief beroep op de Kroon. Wordt hij uiteindelijk niet erkend, dan is hij verplicht militaire dienst te verrichten. Blijft hij bij zijn weigering volharden, dan maakt hij zich schuldig aan het misdrijf van opzettelijke ongehoorzaamheid en kan hij door de militaire rechter tot gevangenisstraf worden veroordeeld, waarvan de duur veelal is afgestemd op de duur van de militaire dienst die hij anders had moeten verrichten. Worden zijn gewetensbezwaren erkend, dan moet hij vervangende dienst verrichten (bij een overheidsdienst of een instelling die in het algemeen belang werkzaam is) die langer duurt dan de normale militaire dienst. De ‘wapenweigeraars’ zijn verplicht ongewapende militaire dienst te verrichten, die even lang duurt als de normale militaire dienst en die op het ogenblik wordt volbracht bij de mobiele colonnes.

Het vraagstuk heeft altijd in het middelpunt van de belangstelling gestaan. In jan. 1977 is een wetswijziging aanhangig gemaakt die o.a. tot doel heeft de gronden voor erkenning aanzienlijk uit te breiden. De regering stelt voor ook de zgn. atoompacifisten voor erkenning in aanmerking te laten komen en zij die een bepaald gebruik van een wapen, dat bij de Ned. of bondgenootschappelijke krijgsmacht voorhanden is, onaanvaardbaar achten. Een sterke stroming in de Tweede Kamer wil echter nog verder gaan en elk onoverkomelijk gewetensbezwaar tegen persoonlijke vervulling van militaire dienst in de Ned. krijgsmacht voor erkenning in aanmerking laten komen.

Sommigen hebben ook principiële gewetensbezwaren tegen het vervullen van vervangende dienst. Voor de talrijkste groep onder hen, de Jehova’s Getuigen, wordt naar een oplossing gezocht. LITT. P.J.Boukema, Het geweten als staatsrechtelijk probleem (1972); A.Soeteman, Gewetensbezwaren en militaire dienst (in: Anti-revolutionaire staatkunde, 1976).

In België kan de dienstplichtige die, om naar eigen geweten dwingende redenen en op voorwaarde dat deze laatste niet uitsluitend gegrond zijn op overwegingen die de fundamentele instellingen van de staat in het gedrang brengen, overtuigd is dat men de evenmens niet mag doden (ook niet ter verdediging van het land of van de gemeenschap) aan de minister van Binnenlandse Zaken vragen om op grond hiervan vrijgesteld te worden van gewapende militaire dienst of van elke militaire dienst. In dit laatste geval kan hij hetzij ingedeeld worden bij een interventie-eenheid van de ➝burgerlijke bescherming, hetzij aangewezen worden voor taken van openbaar nut bij publiekrechtelijke personen om er in dienst van de gemeenschap taken te verrichten betreffende de volksgezondheid, bijstand aan bejaarde personen of aan lichamelijk of mentaal gehandicapten, ofwel taken van sociale of culturele aard.

Indien de minister de aanvraag ontvankelijk verklaart, wordt de verzoeker voorlopig ingeschreven op de lijst van de gewetensbezwaarden, en wordt ten opzichte van de verzoeker de toepassing van de gecoördineerde dienstplichtwetten geschorst. Binnen de maand wordt het dossier doorgezonden aan de ‘Raad voor Gewetensbezwaarden’, voorgezeten door een magistraat, en verder samengesteld uit een advocaat en een ambtenaar van het Ministerie van Justitie, allen benoemd door de koning. De aanvrager verschijnt voor de Raad in persoon, eventueel bijgestaan door een gemandateerd raadsman, en, indien hij minderjarig is, door zijn in België verblijvende ouders of voogd. De eindbeslissing van de Raad is vatbaar voor hoger beroep bij de Raad van Beroep voor Gewetensbezwaarden, voorgezeten door een magistraat van het Hof van Beroep of van het Arbeidshof, en waarvan de beslissing vatbaar is voor cassatieberoep. De wet van 3.6.1964, gewijzigd door die van 22.1.1969 en 3.7.1975, houdende het statuut van de gewetensbezwaarden, bepaalt verder de modaliteiten van de aanwijzing van belanghebbende voor de dienst die hij zal moeten verrichten, alsook de gevallen van vernietiging van de inschrijving ingeval van bedrieglijke handelingen en de straffen tegen de gewetensbezwaarde die zich aan zijn verplichtingen heeft onttrokken of geweigerd heeft deel te nemen aan een bevolen dienst.

In de Ned. sociale wetgeving wordt met gewetensbezwaren (gewetensnood) van godsdienstige aard rekening gehouden: hij die gewetensbezwaren heeft tegen een in een wet geregelde verzekering kan van de verplichtingen die hem bij of krachtens de wet worden opgelegd, worden vrijgesteld wanneer hij heeft verklaard dat hij overwegende bezwaren heeft tegen elke verzekering en dat hij noch zichzelf noch iemand anders noch zijn eigendommen heeft verzekerd. Hij betaalt dan geen premie, maar een extra belasting. Gaat het om een werkgever, dan zijn speciale maatregelen getroffen om te voorkomen dat de werknemers de dupe worden van deze gewetensbezwaren. De aanwezigheid van gewetensbezwaren wordt objectief getoetst: er wordt niet gediscussieerd of deze wel gegrond zijn, er wordt slechts gecontroleerd of de bezwaarde zich inderdaad overeenkomstig zijn bezwaren gedraagt. Deze gewetensbezwarenregeling wordt typisch Nederlands genoemd en is uniek in de wereld. Gewetensbezwaren komen ook voor in de gezondheidszorg: bezwaren van godsdienstige aard tegen inentingen en vaccinaties (➝Inentingswet), tegen de doorlichting en tegen bloedtransfusie. Wettelijke maatregelen ontbreken omdat ervan uit wordt gegaan dat de mens zelf mag beslissen. Wel kunnen aan dit besluit rechtsgevolgen zijn verbonden, zo kan een leerkracht worden ontslagen indien hij weigert zich te laten doorlichten.