bn. en bw. (-er, -st),
I. bn.,
1. in, door zijn daden geweld plegend: een gewelddadige hand heeft het beeld vernield;
2. met geweld gebeurend: een gewelddadige dood, door geweld veroorzaakt;
II. bw., op gewelddadige wijze, met geweld: zijn beurs werd hem uit de hand gerukt.