Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

Gewapende macht

betekenis & definitie

(van de Staat), (internationaal recht) de groepering die gerechtigd is tot het voeren van oorlog. Volgens het door de Haagse Vredesconferenties van 1899 en 1907 vastgestelde reglement betreffende de wetten en gebruiken van de oorlog te land bestaat een gewapende macht uit:

1. de staatshoofden en leden van de regering, al of niet met militaire rang;
2. de leden van de door de staat georganiseerde strijdmacht;
3. alle met machtiging van de oorlogvoerende staat optredende militaire groepen, mits deze aan de volgende eisen voldoen: a. het aan het hoofd hebben van een persoon, die verantwoordelijk is voor zijn ondergeschikten; b. het dragen van een vast en op enige afstand herkenbaar onderscheidingsteken; c. het openlijk dragen van de wapenen; d. het zich in handelingen gedragen naar de wetten en gebruiken van de oorlog;
4. de bevolking van een niet-bezet gebied, die bij de nadering van de vijand uit eigen beweging de wapenen opneemt om de invallende troepen te bestrijden zonder de tijd te hebben om zich te organiseren als onder 3., indien zij de wapenen openlijk draagt en de wetten en gebruiken van de oorlog eerbiedigt. De gewapende macht der oorlogvoerende partijen kan bestaan uit strijders en niet-strijders (➝noncombattant). Ingeval zij door de vijand worden gevangen genomen, hebben beiden recht op behandeling als krijgsgevangenen. Volgens het traditionele oorlogsrecht heeft slechts de gewapende macht, niet de burgerbevolking van een land, het recht om oorlogshandelingen te verrichten (aktiver Kriegsstand); omgekeerd mogen de oorlogshandelingen zich niet tegen de vreedzame bevolking, maar enkel tegen de gewapende macht richten (alleen deze heeft ook passiver Kriegsstand). Sinds de Eerste, doch zeker sinds de Tweede Wereldoorlog, toen zich het verschijnsel van de ‘totale oorlog’ ontwikkelde, is de traditionele regel nauwelijks houdbaar, hoewel de onderscheiding tussen gewapende macht en burgerbevolking in het oorlogsrecht is gehandhaafd.

litt. E.Castrén, The present law of war and neutrality (1954); M. Greenspan, The modern law of landwarfare (1959); J.Stone, Legal Controls of intern, conflict (herz. uitg. 1959); A.A.Steinkamm, Die Streitkrafte im Kriegsvölkerrecht (1967).