Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gevoeligheid

betekenis & definitie

v. (-heden),

1. vatbaarheid voor indrukken; (natuurkunde) de grootte van de reactie op een signaalsterkte (e): de van het oog, van een thermometer; (elektronika) de minimale sterkte van een signaal nodig om de verwerking daarvan in de desbetreffende apparatuur aan zekere kwaliteitseisen te laten voldoen (e);
2. prikkelbaarheid: iemands ontzien;
3. (biologie) hevigheid waarmee een organisme reageert op ongunstige abiotische factoren of op infectie door een pathogeen (e): een ziekelijke voor koude.

(e) elektronika. Een belangrijke grensbepalende factor voor de gevoeligheid van elektronische apparatuur is de aanwezigheid van ruisspanning waartegen het signaal moet concurreren (b.v. radioen televisie-ontvangers). Het feit dat het aflezen van een meteruitslag een beperkte nauwkeurigheid heeft, bepaalt mede de gevoeligheid van apparatuur die daarmee is uitgerust.

natuurkunde. Gevoeligheid van een meetinstrument: de verhouding van de verandering in de uitslag en de erbij behorende verandering in de waarde van de meetgrootheid. Wanneer in een zeker gebied de uitslag recht evenredig is met de waarde van de meetgrootheid dan is daar de gevoeligheid constant. De onnauwkeurigheid in de waarde van een meetgrootheid ten gevolge van een onnauwkeurigheid in de aflezing wordt gegeven door de verhouding van de afleesfout en de gevoeligheid. Een instrument heeft een optimale gevoeligheid indien de onnauwkeurigheid ten gevolge van de afleesfout kleiner is dan de onnauwkeurigheid die uit andere ➝foutenbronnen voortvloeit. De gevoeligheid van een balans wordt uitgedrukt in schaaldelen per gram, van een thermometer in schaaldelen per graad enz.

Gevoeligheid van het oog voor licht: de relatieve helderheidsindruk van het oog voor licht van verschillende kleuren, echter met dezelfde absolute intensiteit. De afb. toont de relatieve ooggevoeligheidskromme. Men ziet dat de gevoeligheid bij 555 nm (geelgroen) een hoogste waarde bereikt, die met het getal 1 wordt voorgesteld. Bij 380 nm (de violette grens) en 780 nm (de rode grens) is de gevoeligheid nul geworden, ➝infrarood,➝ultraviolet. plantkunde. De mate van gevoeligheid kan beïnvloed worden door de fysiologische toestand van de plant. Indien de plant niet of nauwelijks reageert op een overigens geslaagde infectie, en er derhalve in het gewas geen schade optreedt, spreekt men van ➝tolerantie. In de fytopathologie dienen gevoeligheid en tolerantie duidelijk onderscheiden te worden van ➝ vatbaarheid en ➝resistentie.