o. (-en),
1. datgene wat geschreven is, geschreven stuk: bij geschrifte, in geschrift(e), schriftelijk; (recht) hiertoe horen ook cijfer-, stenografische of telegrafische leestekens; in Nederland kan een geschrift betekenis hebben als geldigheidsvereiste voor een rechtshandeling en als bewijsmiddel (België: schriftelijk bewijs);
2. een geschreven werk, al of niet door drukken vermenigvuldigd: de geschriften van Cicero; het — handelt over de bouwkunst.