Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gerucht

betekenis & definitie

o. (-en),

1. geroep;
2. wat onder de mensen gesproken wordt over iemand of iets; het algemeen wees hem als de dader aan; (spr.) wee de wolf, die in een kwaad staat (komt, is)!, wie een kwade naam heeft, wordt niet meer vertrouwd:
3. mare, praatje dat in omloop is: een vals —; het ging dat de koning gestorven was; een verspreiden; er liepen allerlei tegenstrijdige geruchten; ga niet af op losse geruchten, praatjes die nog door niets bevestigd zijn;
4. voortgebracht geluid, geraas, een luid van mensenstemmen; inz. geluid als datgene wat de stilte verstoort: zij luisterde bij het minste dat zij hoorde; hij is voor geen klein — (of geruchtje) vervaard, hij laat zich niet gauw bang maken; (oneig.) maken, opschudding teweegbrengen.