bn. en bw. (-er, -st),
1. genoegen verschaffend, aangenaam, plezierig: een — leven; een boekje; m.n. met betrekking tot in gezelschap gesmaakt genoegen: een avondje;
2. blijk gevend van het genoegen dat men ondervindt: wij verkeerden in de genoeglijkste stemming;
3. bw., aangenaam, gezellig: zij zaten bij elkaar.