Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

genealogie

betekenis & definitie

[➝Gr. genea, geslacht, logos, leer], v. (-ën),

1. geslachtskunde, wetenschap van de oorsprong, opvolging en verwantschap van de menselijke geslachten (e);
2. geslachtslijst, stamboom; ook oneig.

(e)De genealogie kan, door nasporingen te doen naar de betrekkingen van een bepaald persoon of geslacht met andere families, als hulpwetenschap goede diensten bewijzen aan verschillende hoofdwetenschappen (geschiedenis, sociologie, erfelijkheidsonderzoek, rechten, enz.).

De beoefening van de genealogie is zeer oud. Reeds in het OT en NT komen eenvoudige opstellingen voor die als genealogieën kunnen worden beschouwd. De theoretische grondslag voor de genealogie werd in 1788 gelegd door de Duitse historicus J.C.Gatterer in zijn studie Abriss der Genealogie; de wetenschappelijke opzet van de genealogie vond zijn oorsprong bij de Duitse historicus Ottokar Lorenz in zijn boek Lehrbuch der gesamten wissenschaftlichen Genealogie (1898).

Het onderzoek naar de afstamming kan op twee wijzen worden opgezet:

1. alleen ten aanzien van de afstammelingen uit de mannelijke leden van een geslacht (magnaten);
2. zowel ten aanzien van de afstammelingen uit de mannelijke en de vrouwelijke leden van een geslacht (➝cognaten).

De tweede vorm van onderzoek wordt sedert het midden van de 20e eeuw veelal ➝sibbekunde genoem. In de eerste helft van de 20e eeuw is de belangstelling voor de genealogie aanzienlijk toegenomen. De resultaten van het onderzoek worden vastgelegd in tabellen (geslachtstafels of -registers), in stambomen, of volgens een vast systeem persoon na persoon, geslacht na geslacht onder elkaar vermeld. Ook het samenstellen van ➝kwartierstaten wordt veel toegepast. De optekening begint altijd met de oudst bekende ➝stamvader, die zelden verder terug is te vinden dan in de 15e eeuw; slechts bij sommige vorstelijke en adellijke geslachten kan een veel oudere ononderbroken afstamming worden vastgesteld. Het onderzoek zelf gaat echter altijd uit van de ouders, grootouders, overgrootouders enz.

Als bronnen voor het onderzoek dienen voornamelijk doop-, trouwen begraafregisters, kerkelijke lidmatenboeken, stedelijke-poortersboeken, lijsten van magistraatspersonen, opschriften op grafzerken en rouwborden, leenregisters, gerechtelijke, notariële en weeskamer-stukken, belastingkohieren, registers van transporten van onroerend goed, testamenten (sedert 1792 in België, in Nederland ca. 1800 ook akten van de burgerlijke stand en gegevens uit bevolkingsregisters). Ook kan men gegevens vinden in stukken van particuliere aard, zoals brieven, dagboeken, aantekeningen in familiebijbels, en voor de jongere tijd ookfamilieadvertenties. De ➝heraldiek kan bij dergelijk onderzoek van nutzijn. Behalve de diverse data en plaatsen van geboorte, huwelijk, overlijden enz. behoren ook zoveel mogelijk de maatschappelijke omstandigheden der betrokkenen (beroep, functies, onderscheidingen), alsmede de namen van de ouders der aangehuwde familieleden te worden opgetekend. Door moderne technieken als kopiëren en ficheren zijn in de archieven voorheen weinig voor raadpleging beschikbaar gestelde papieren en boeken eenvoudiger toegankelijk geworden (gemeentearchief Amsterdam en Antwerpen). In Salt Lake City is de grootste collectie microfilmkopieën ter wereld van doop-, huwelijksen begraafboeken uit alle landen opgeslagen.

Vooral sedert de Tweede Wereldoorlog is de belangstelling voor genealogie sterk gestegen. In Nederland is het Centraal Bureau voor Genealogie (’s-Gravenhage) het best geoutilleerde centrum van documentatie. De belangrijkste verenigingen zijn: Koninklijk Nederlands Genootschap voor Geslachtsen Wapenkunde (’s-Gravenhage), met het maandblad De Nederlandsche Leeuw; Nederlandse Genealogische Vereniging (Amsterdam), met het maandblad Gens Nostra; Genealogysk Wurkforbân van de Fryske Akademy (Leeuwarden), met een Jierboekje. In België zijn vooral werkzaam: Vlaamse Vereniging voor Familiekunde (Antwerpen), met tijdschrift Vlaamse Stam; Service de centralisation des études généalogiques et démographiques de Belgique (Brussel), met tijdschrift l’Intermédi'aire généalogique; Office généalogique et héraldique de Belgique (Brussel), met tijdschrift Le Parchemin. litt. E.Heydenreich, Handb. der praktischen Genealogie (2 dln. 1913); W.P.W.Phillimore, Pedigreework (1914); F.Wecken, Taschenbuch für Familienforschung (1919; herdr.); J.F.van Bemmelen, Familieonderzoek en erfelijkheidsleer (1930); G.Roesler, Familienkundliches Leseund Studienbuch (1957); R.J.Leenaerts, Algemene genealogie. Herald. repert. voor de Zuid. Nederl. (10 dln. 1968-70).