bn. en bw. (-er, -st),
1. handelend naar of geleid door de inspraak van het gemoed: een dichter;
2. (in verzwakte, thans de gewone betekenis) zachtaardig en vriendelijk, niet koel en stijf: het zijn echt gemoedelijke, vriendelijke mensen; (ook) blijk gevend van die gezindheid: een — gelaat; bw., niet-vormelijk: het gaat daar heel toe;
3. aandoenlijk, gevoelig: hij wordt, als hij te veel gedronken heeft, altijd —;
4. uit het gemoed voortkomend: een — woord.