Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-06-2020

gelijkenis

betekenis & definitie

v. (-sen),

1. overeenkomst in uiterlijke vorm: zijn schrift heeft grote met dat van zijn vader; er is een sterke — tussen haar en haar dochter; de van dat portret is voortreffelijk;
2. (bijbel) voorbeeld, model: de mens is naar Gods beeld en geschapen;
3. een verhaal dat aan vertrouwde gebeurtenissen is ontleend en dat diepere waarheden begrijpelijk wil maken door middel van een eenvoudige inkleding (e); dicht, vergelijking; redekunstige figuur, dicht, beeld.

(e) Men maakt vaak onderscheid tussen een gelijkenis waarin de nadruk ligt op één punt van vergelijking, en een allegorie, waarin enkele trekken van het verhaal worden overgebracht op de geestelijke werkelijkheid, die verhalenderwijs wordt verkondigd. De grens is echter niet altijd scherp te trekken. In het NT gaan gelijkenissen als die van de zaaier, van het onkruid (Matt.13) en van de onrechtvaardige pachters (Mare. 12) veel op allegorieën gelijken. De gelijkenis, door de evangelisten aangeduid als parabel (➝Gr. parabole, vergelijking), speelt zowel in het OT (b.v. Recht.9) als in het NT een belangrijke rol. De gelijkenis moet geacht worden een typische vorm van rabbijns onderwijs te zijn geweest.

De gelijkenissen van Jezus handelen over het koninkrijk Gods en over zijn betekenis voor de mens. . litt. A.Jülicher, Die Gleichnisreden Jesu (1899; 2e dr. 1963); C.N.Dodd, The parables of the Kingdom (1935; 2e dr. 1961); A.Brouwer, De gelijkenis (1946); F.Mussner, Die Botschaft der Gleichnisse Jesu (1961); J.Jeremias, Die Gleichnisse Jesu (7e dr. 1965); W.Harrington, Hij sprak in parabels (1967); E.Linnemann, Gleichnisse Jesu (5e dr. 1969).