Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

firma

betekenis & definitie

[Lat. firmare, (met zijn handtekening) bevestigen], v./m. (-’s),

1. naam waaronder een zakenman of vennootschap handel drijft;
2. handelsvennootschap waarbij de vennoten hoofdelijk voor het geheel aansprakelijk zijn ; in ruimere bet.: handelszaak in het algemeen: een oude dat is een goede voor Franse wijn.

Juridisch wordt firma voornamelijk gebruikt voor de Ned. vennootschap onder firma (VOF). Dit is een maatschap, d.w.z. een overeenkomst waarbij twee of meer vennoten zich verbinden iets in gemeenschap te brengen om het daaruit ontstane voordeel te delen (artt. 1655 vlg. BW), tot bedrijfsuitoefening onder gemeenschappelijke naam (artt. 16—18; 22—35 WvK). De VOF dient in verband met bewijsmoeilijkheden te worden aangegaan bij een authentieke of onderhandse akte en in het Handelsregister worden ingeschreven. De VOF is geen rechtspersoon, maar in feite benadert zij toch deze status, o.a. door de mogelijkheid in rechte op te treden en het feit dat men het firma-vermogen beschouwt als afgescheiden van het vermogen van de vennoten-privé. Dit afgescheiden vermogen dient in eerste plaats voor verhaal van de zaakschuldeisers. Daarnaast zijn de vennoten hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden van de VOF.

In België wordt de vennootschap onder firma, gewoonlijk vennootschap onder gemeenschappelijke naam genoemd, geregeld in de artt. 15 e.v. Boek I, titel lx, WvK; zij heeft rechtspersoonlijkheid.