m. (mv.), Ned.-Belg. litteraire beweging uit de jaren 1950-60, die een nieuw levensgevoel wilde manifesteren en dit trachtte te bereiken door te experimenteren met de taal.
De experimentelen probeerden het absolute in de poëzie te uiten, via een irrationele uitdrukkingswijze, waarbij o.a. rijm en metrum, syntaxis en interpunctie werden verwaarloosd als onbelangrijke elementen. Voor hen was de poëzie allereerst taalfenomeen. In Nederland noemden de experimentelen zich bij voorkeur de Vijftigers, naar het jaar waarin hun beweging ontstond. Zij sloten aan bij surrealisme, symbolisme en dadaïsme. In België behoorden A.Bontridder, H.Claus, Remy C.van de Kerckhove en E.van Ruysbeek met hun tijdschrift Tijd en Mens tot de experimentelen.
LITT. P.P.J.van Caspel, Experimenten op experimentelen (1955); J.Bernlef en K.Schippers, Wat zij bedoelen/R.Campert (1965).