[Lat.], v. (-s),
1. verzending van goederen en alles wat daarmee samenhangt (het gereedmaken van geleidebiljetten, het schrijven van de facturen, rekeningen enz.); (metonymisch) afdeling van een bedrijf, die voor het verzenden zorgt: hij werkt op de —;
2. wetenschappelijke onderzoekingstocht door een gezelschap, b.v. in een weinig bekend land; metonymisch ook het gezelschap zelf;
3. krijgsonderneming tegen een vijand in een min of meer verwijderde streek: op — gaan; (bij uitbreiding) onderneming in het algemeen: dat is een hele —;
4. afschrift van een vonnis of een andere rechterlijke beschikking.
KRIJGSKUNDE. De expeditie is een militaire operatie met als doelstelling het beteugelen van woelingen, het neerslaan van een opstand of de pacificatie van een gebied. Meestal neemt aan een expeditie slechts een beperkt aantal eenheden deel; soms kan zij de omvang van een veldtocht aannemen. Engeland beschikte bij het begin van zowel de Eerste als de Tweede Wereldoorlog over een expeditionaire macht (expeditionary force). In beide gevallen was dit het leger dat in België en Frankrijk optrad. Nederland richtte in 1945 een expeditionaire macht op voor de bevrijding van het toenmalige Nederlands-Indië, die evenwel door de capitulatie van Japan niet in actie kwam. RECHT.
Een expeditie in executoriale vorm, die voor de tenuitvoerlegging van een vonnis nodig is, heet in Nederland grosse. De griffiers zijn verplicht op straffe van vergoeding van kosten, schaden en interessen, indien daartoe gronden zijn, aan partijen op haar aanvrage zo spoedig mogelijk een expeditie te verschaffen. Aan dezelfde partij mag geen tweede of verdere grosse worden uitgereikt dan krachtens een bevelschrift van de voorzitter der rechtbank, door welke het vonnis gewezen is; tevens moeten zekere voorschriften worden inachtgenomen. Aan niet-partijen wordt nimmer een grosse afgegeven. De expeditie wordt zonder medewerking van partijen opgemaakt. Zij behelst behalve de inhoud van het vonnis:
1. de conclusies van partijen;
2. de vermelding dat het vonnis in het openbaar is uitgesproken;
3. de dag van de uitspraak. De grossen van vonnissen en van authentieke akten moeten aan het hoofd voeren de woorden ‘In naam der Koningin’. Artt. 62, 64, 430, 436, 843 WBv. In België, waar de term grosse eveneens gangbaar is, wordt deze in het Ger.Wbk. uitgifte genoemd.
