(EURCO), een in internationale leningen gebruikte Europese rekeneenheid van het korf(basket)type, ontwikkeld door een consortium van particuliere banken (N.M. Rothschild & Sons Ltd., Banque Nationale de Paris, Kredietbank en Société Générale), samen met de Europese Investeringsbank, onder invloed van de overgang naar een stelsel van zwevende wisselkoersen.
De EURCO werd voor het eerst toegepast in een in 1973 door de Europese Investeringsbank uitgegeven obligatielening, groot 30 mln. EURCO; zij heeft verder weinig toepassing gevonden. De EURCO bestaat uit een vast pakket van valuta’s van de 9 lid-staten der EG, waarbij elke referentiemunt in een vaste verhouding (wegingsfactor) tot de rekeneenheid staat (welke factor afhankelijk is van de relatieve omvang van het Bruto Nationaal Produkt der landen en constant blijft gedurende de looptijd van een lening), maar wordt gewaardeerd tegen de marktkoersen. Ten einde notering te vergemakkelijken maakt de Luxemburgse beurs dagelijks een officiële waarde in alle referentiemunten en de dollar bekend. Het pakket bestaat uit (tussen haakjes wegingsfactoren op basis van gemiddelde koersen aug. 1973): 1 EURCO = DM 0,90 (29%) + FF 1,20 (22%) + £ 0,075 (15%) + Lit 80 (11%) + ƒ 0,35 (10%) + BF 4,5 (9%) + DKr 0,20 (3%) + Lux F 0,5 (1%) + Iers £ 0,005 (1%). Daar de Europese valuta’s sedert de eerste emissie veel ten opzichte van elkaar zijn veranderd, heeft de waarde van de EURCO voor beleggers geschommeld. Naar analogie werd in 1974 een eenheid van Arabische valuta’s, de ARCRO (Arab Related Currency Unit) ontwikkeld, gebaseerd op de valuta’s van Algerije, Bahrein, Egypte, Irak, Koeweit, Libanon, Libië, Oman, Qatar, Saoedi-Arabië, Syrië en de Verenigde Arabische Emiraten.