Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 29-06-2020

essentie

betekenis & definitie

[Lat. essentia, wezen], v. (-s), wezen, geestelijke kern.

Aristoteles (384—322 v.C.) beschouwde de essentie (Gr. ousia) als een bestanddeel van het zijn, gelijk aan de vorm waarop het zijn is gericht en dus karakterbepalend, in tegenstelling tot het accident. De middeleeuwse scholastiek zag de essentie als een structuurprincipe, dat in een zijnde de werkelijke reden van zijn bepaaldheid is; de essentie verhoudt zich dan tot het zijn zoals een mogelijkheid tot haar realisatie (potentie tot act). In de latere filosofie is de essentie de werkelijkheid zoals deze los van het denken bestaat, het ‘Ding an sich’ (ding op zich), tegengesteld aan het verschijnsel (fenomeen).

Litt. E. Gilson, L’être et l’essence (1948); J. Wahl, Essence et phénomènes (1958); X. Zabiri Apalategui, Sobre la essencia (1963).