m. (-en),
1. uiterlijke vorm van godsdienst, godsdienstoefening;
2. (protestantisme) samenkomst van de christelijke gemeente, kerkdienst (e).
(e) De term eredienst beklemtoont vooral de aanbidding van God door de gemeente, in lof, dank en smeking, maar ook in verkondiging en bediening van de sacramenten (→liturgie).
Men kende het woord ook in de minder pregnante betekenis van ‘de zaken betreffende de kerk’. In het Koninkrijk Holland (1806-10) bestond een ministerie van Eredienst. In Nederland en België hebben de departementen van Financiën en Justitie nog een bureau Eredienst voor zaken betreffende de kerken.