Definities van Oosthoek Encyclopedie in de Ensie L
- laadspanning
- laadstation
- laadsteiger
- laadstok
- laadstroom
- laadvermogen
- laadvloer
- laadwagen
- laaf (put)
- laaf (trap)
- laag (gesteente)
- laag (hinderlaag)
- laag (hoogte)
- laag (paard)
- laag (schip)
- Laag-Keppel
- Laag-Soeren
- laagbouw
- laagconjunctuur
- laagdekker
- laagdunning
- laagfrequent
- laagfrequenttransformator
- laagfrequentversterker
- laaghartig
- laagheid
- laagland
- laaglandculture
- laagonderzoeker
- laagpakket
- laagreliëf
- laagsgewijs (laagsgewijze)
- laagspanning
- laagstam
- laagstammig
- laagte
- laagtemperatuurdestillatie
- laagterras
- laagtij
- laagtoetser
- laagveen
- laagveengebied
- laagverdeler
- laagvlak
- laagvlakte
- laagvlieggebied
- laagwater
- laai (laaie)
- laaien
- laakbaar
- Laakdal
- laan
- Laan, Kornelis ter
- laanboom
- laar
- Laarne
- laars
- laarzebeen
- laarzeknecht
- laarzetrekker
- laat (bn. en bw.)
- laat (zelfst.nw)
- laat los
- laatantiek
- laatbloeiend
- laatbloeier
- laatdunkend
- laatijzer
- laatje
- laatkoers
- laatkomer
- laatmes
- laatprijs
- laatst
- laatste avondmaal
- laatste oordeel
- laatste sacramenten
- laatste schoof
- laatstelijk
- laatstgeborene
- laatstleden
- laattijdig
- lab
- Labadie
- labadist
- Laban (O.T.)
- Laband
- Labarna
- labarum
- Labbé
- labbekak
- labberdaan (abberdaan)
- labberkoelte
- labboon
- labdadeeltje (Λ-deeltje)
- labdapunt
- Labé
- label
- labelen
- labellum
