Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Energie

betekenis & definitie

v. (-ën),

1. kracht waarmee men iets doet, naar iets streeft; geestkracht; nadruk; klem;
2. (natuurkunde), (ook, minder juist: arbeidsvermogen), eigenschap van een systeem om arbeid te kunnen verrichten: de zon is een onuitputtelijke bron van energie;
3. middel waarmee energie wordt geleverd, b.v. elektriciteit, gas.

NATUURKUNDE

Een lichaam kan vele vormen van energie bezitten. De kinetische energie is de energie ten gevolge van de beweging van het lichaam; een vallende steen, een vliegwiel, het stromende water hebben alle kinetische energie, want ze kunnen door de beweging krachten uitoefenen (watermolen). De potentiële energie is de energie van een lichaam ten gevolge van de plaats waar het zich bevindt, m.n. de potentiële energie in het zwaartekrachtveld (b.v. het gewicht van een klok). Thermische energie of warmte is ongeordende kinetische energie. Verder is in de atoomkernen energie aanwezig, kernenergie. Andere vormen van energie zijn de chemische energie, de elektrische energie, de stralingsenergie enz.

Energie is gelijkwaardig met massa: E = mc1, zie relativiteitstheorie. Energie kan van de ene vorm in de andere overgaan, maar volgens de wet van behoud van energie blijft in een afgesloten systeem de totale energie behouden. Deze totale energie wordt de inwendige energie genoemd; de vrije energie is een maat voor de mogelijkheid om de inwendige energie te gebruiken voor het verrichten van arbeid op de omgeving.

De SI-eenheid van energie is de joule, verder wordt in de kernfysica de elektronvolt gebruikt (1 eV = 1,6 x 10-19 J). De cgs-eenheid van energie is de erg (1 erg = 10-7 J).

FYSIOLOGIE

Energie is niet alleen nodig om het organisme in stand te houden, maar ook om biologische activiteit te ontplooien. Elk organisme vertoont tot in zijn kleinste functionele eenheid, de cel, een voortdurende energiestroom, die van essentieel belang is voor het instandhouden van de biologische eigenschappen. Het organisme en ook de cel bezit één of meer mogelijkheden om energie van buiten af op te nemen, meestal betreft dit chemisch gebonden energie, in de vorm van koolhydraten, eiwitten en vetten, en kan deze opgenomen energie omvormen tot voor de cel bruikbare vormen. Deze energie is nodig voor het verrichten van chemische-, regulatorische-, osmotische-, elektrische-, mechanischeen transport-arbeid. Voor al deze energie-verbruikende functies is ATP (adenosinetrifosfaat) de enig bruikbare vorm van energie, zodat deze moet worden vrijgemaakt uit de afbraak van koolhydraten, vetten of eiwitten. Door fosforylaties op substraatniveau, en in de ademhalingsketen via de oxidatieve fosforylering, wordt uit ADP het gewenste ATP gevormd, zie stofwisseling.

DIERVOEDING

Behalve in chemische zin (eiwit, vet, mineralen enz.) wordt de voederwaarde ook uitgedrukt in de hoeveelheid energie die een voedermiddel bevat.

Geen voedermiddel is voor 100% verteerbaar; het niet verteerde gedeelte bevat echter ook energie. De bruto-energie verminderd met deze mestenergie wordt verteerbare energie genoemd. Tijdens de vertering in de voormagen ontsnapt er energiebevattend gas (vooral methaan), na de vertering blijkt een deel van de verteerde stoffen niet bruikbaar te zijn; dit deel wordt met de urine geloosd. De verteerbare energie verminderd met de gasenergie en de urineënergie heet omzetbare of beschikbare energie. Bij het pluimvee, waar de onverteerbare delen en de nierprodukten gezamenlijk worden afgescheiden, wordt doorgaans met deze omzetbare energie (OE) gewerkt. Van de omzetbare energie gaat een deel verloren als uitgestraalde warmte; ook daaraan heeft het dier (behoudens het op temperatuur houden van het lichaam) niets.

Wordt deze verloren energie in mindering gebracht op de omzetbare energie, dan resteert de netto-energie, die gebruikt kan worden voor onderhoud, groei, voortplanting, melkproduktie. Deze netto-energie wordt bij herkauwers en paarden uitgedrukt in zetmeelwaarde (ZW), en bij varkens in energiewaarde (EW) of in kilocalorieën, zie energiewaarde, zie zetmeelwaarde.