Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Echtheid

betekenis & definitie

v.,

1. (g.mv.) de eigenschap van niet nagemaakt of vervalst, niet onoprecht of geveinsd te zijn; m.n. van geschriften en documenten, ook in de zin van: inderdaad van degene aan wie het wordt toegeschreven; zie valsheidsprocedure;
2. (-heden), mate van bestendigheid van een produkt tegen bepaalde chemische en fysische inwerkingen .

In de textielindustrie wordt onder echtheid vooral verstaan de mate waarin de combinatie kleurstof en drager weerstand biedt aan de invloed van gebruiksomstandigheden. Kleding, gordijnen en markiezen staan bloot aan de invloed van het licht. Is de lichtechtheid laag, dan verschieten de kleuren snel. Het gedrag van kleding ten opzichte van transpiratievocht (de zweetechtheid) bepaalt de verkleuring van kleding onder de oksels. Badpakken moeten een goede zoutechtheid hebben, anders verdwijnt de kleurstof ten gevolge van baden in zee. Zeer belangrijk voor huishoudtextiel is de wasechtheid.

Nieuwe, fel gekleurde badhanddoeken kunnen hun kleurstof verliezen tijdens het wassen (verbleken), terwijl andere textielprodukten in hetzelfde sop de opgeloste kleurstof kunnen opnemen (aanbloeden). Wrijfechtheden geven aan of, als er over de stof gewreven wordt, de kleurstof gemakkelijk te verwijderen is. Als van meubelbekledingsstoffen de ‘natte’ wrijfechtheid laag is, kan de kleur afgeven op vochtige kledingstukken.

Bij het onderzoek van textiel op deze en andere echtheden wordt, door het uitvoeren van standaardonderzoekingsmethoden (vastgelegd in normbladen), nagegaan in welke mate de eigenschappen van de onderzochte weefsels risico’s kunnen opleveren tijdens het dagelijks gebruik, waarbij het reinigen inbegrepen is. Enkele van de tekens op de onderhoudslabels voor textiel kunnen betrekking hebben op de diverse kleurechtheden.