Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Drukken

betekenis & definitie

(drukte, heeft gedrukt),

I. (onoverg.)
1. een kracht op de oppervlakte van een voorwerp uitoefenen: de lucht drukt op de aarde; druk maar even op dit knopje; tegen iets drukken; het verband mag niet te veel drukken;
2. (fig.) als iets zwaars liggen op iemands stemming of op zijn positie, vrijheid enz.: een maatregel die op allen drukt;
3. op woorden, lettergrepen drukken, ze met klemtoon uitspreken; ook met betrekking tot de inhoud van het gesprokene; (gew.) drukken op, de nadruk leggen op, met nadruk;
4. (volkstaal, meestal van kinderen) afgaan, zijn gevoeg doen;
5. (germ.) zich drukken, zich aan een opgedragen taak (trachten) te onttrekken;

II. (overg.)

1. aan een wegende of stuwende kracht onderwerpen: een last die de schouders drukt; in verzwakte opvatting: krachtig aanraken; iemand de hand drukken, diens hand in de zijne nemen (bij afscheid, weerzien enz.); iemands voetstappen drukken, hem navolgen;
2. door een stuwende kracht iets in zekere toestand of ergens brengen: de stoom drukt de zuiger voorwaarts; een kurk op een fles drukken; de lippen op elkaar drukken; iemand iets in de hand drukken, toestoppen; iemand aan het hart drukken, hem omarmen en tegen zich aandrukken als betuiging van liefde, vriendschap; iemand iets op het hart drukken, inprenten als iets dat hij betrachten, waar hij aan denken moet;
3. door drukken aanbrengen of doen ontstaan: putjes in de grond drukken; iemand een kus op de lippen, op het voorhoofd drukken;
4. door drukken kwetsen, bezeren, knellen: mijn schoenen drukken mij op de wreef;
5. zwaar vallen, een last zijn voor: door zware onkosten gedrukt worden; het gemoed bezwaren: die ondankbaarheid drukt mij; het geheim drukte hem;
6. omlaagbrengen of laag houden: de lonen, de prijzen drukken;
7. door middel van een stempel aanbrengen: een cachet of zegel op een brief drukken; (fig.) zijn zegel op iets drukken, het goedkeuren, bevestigen; zijn stempel op iets drukken, er zijn eigenaardig karakter, zijn cachet aan geven;
8. door middel van een pers letters, tekeningen enz. op papier of een andere dergelijke stof overbrengen: op ieder blad worden evenveel figuren gedrukt; (bij uitbreiding, gewoonlijk) op de genoemde wijze met de pers vervaardigen: een boek drukken; veelal absoluut: we beginnen haast te drukken;het staat, is gedrukt; hij liegt of het gedrukt staat, liegt buitengewoon goed; (ook) publiceren: vrijheid van schrijven en drukken; zich gedrukt zien, een werk van zijn hand zien verschijnen.

Bij het drukken worden drukvormen in de drukpers geplaatst, van inkt voorzien en onder min of meer krachtige druk op papier, metaal, weefsels enz. afgedrukt. Zie drukprocédé.