Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Dominantie

betekenis & definitie

[Lat.], v.,

1. het dominant-zijn;
2. (vegetatiekunde) bedekkingsgraad;
3. (genetica) het verschijnsel dat van een erfelijke eigenschap (b.v. oogkleur) die in meer vormen kan voorkomen (b.v. bruin en blauw), één vorm altijd overheersend over de andere vorm (en) overerft.

GENETICA

Dominantie houdt verband met de omstandigheid dat in diploïede organismen (zie diploïed) de erffactoren (zie gen) in het algemeen in tweevoud aanwezig zijn. Wanneer in een organisme dat ten aanzien van een bepaalde erffactor heterozygoot is, deze erffactor in twee verschillende vormen (vallei) aanwezig is, komt soms slechts een van beide in het uiterlijk (zie fenotype) van het organisme tot uiting. Dit allel wordt dan dominant genoemd. Het allel dat niet tot uiting komt, is recessief. Tussen volledige dominantie en volledige recessiviteit komen talloze overgangen van zgn. intermediaire erfelijkheid voor.

VEGETATIEKUNDE

De dominantie is (per definitie) het deel van het oppervlak van een proefvlak (areaal) in een plantengemeenschap dat door de individuen van één plantesoort wordt ingenomen. De dominantie hangt af van het aantal individuen (zie abundantie) en van hun omvang, en wordt in cijfers (1-5) uitgedrukt: 1 = bedekking zeer gering, 5 = bedekking groter dan 75%.