Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gepubliceerd op 27-08-2021

Diepgang

betekenis & definitie

m. (g. mv.),

1. (scheepvaart) diepte waartoe een schip zich onder de waterspiegel uitstrekt in bepaalde omstandigheden van belading enz. : een vaartuig van 20 voet
2. (fig.) diepte in geestelijk opzicht: dit geschrift getuigt van oorspronkelijk denken zowel als van geestelijke diepgang.

Aan de diepgang is een grens in verband met de veiligheid van opvarenden, schip en lading; in de Ned. Schepenwet en het Belg. reglement voor de Zeevaartinspectie is voorgeschreven hoe de maximale diepgang van elk schip moet worden vastgesteld en hoe deze op het schip dient te worden aangegeven door het zgn. plimsollmerk. Een schip heeft niet altijd over zijn gehele lengte dezelfde diepgang; dat kan een gevolg zijn van de bouw (een lege tanker met de machinekamer achterin zal met de boeg boven water liggen) of van de beladingstoestand (zie trim); de trim kan soms verbeterd worden door een of meer ballasttanks te vullen. De diepgang voor en achter kan worden afgelezen van de op de voorresp. achtersteven aangebrachte diepgangsmerken. Wordt de diepgang uitgedrukt in decimeter dan wordt dat met Arabische cijfers aangegeven; voor de diepgang in voet (1 voet = ca. 3 dm) met Romeinse cijfers. Op grote schepen worden ook midscheeps diepgangsmerken aangegeven zodat men kan controleren in hoeverre het schip opof doorbuigt.

Met een automatische diepgangsmeter kan de diepgang binnenboord, b.v. op de brug, worden afgelezen; dit apparaat bestaat uit in het vooren achterschip aangebrachte verticale buizen die in open verbinding staan met het buitenboordwater; drijvers in de buizen maken elektrisch contact en geven de waterhoogte aan.